«

»

dec 19 2010

Wonen in Kanaleneiland

Regelmatig wordt mij gevraagd hoe het is om te wonen in ‘prachtwijk’ Kanaleneiland, Utrecht. Voor degene die deze probleemwijk niet kennen, Kanaleneiland is gebouwd in de jaren ’60 om de naoorlogse woningnood op te lossen. Zo’n 75% van de inwoners is allochtoon: de grootste groepen zijn van Turkse en Marokkaanse afkomst. Grappig genoeg, mensen met wie ik nu in mijn werk bij Alzheimer Nederland veel te maken heb.
Met de komst van de lijst van Vogelaar, is Kanaleneiland in maart 2007 officieel benoemd als één van de 40 probleemwijken in Nederland. Maar hoe is het nu om hier te wonen? Ik wil graag één van mijn ervaringen met jullie delen.

Het is donderdag 16 december 2011. Tijl en ik hebben toevallig allebei een kerstdiner van ons werk. Rond 22h kom ik thuis, Tijl is er nog niet. Lui als ik ben pak ik de lift naar de derde verdieping, wat ik eigenlijk niet zou moeten doen, zeker niet als je bij een gezondheidsorganisatie werkt… Maar ja, het is nou eenmaal lekker makkelijk, en typisch Nederlands als ik ben hou ik daar wel van. Ik passeer de drie voordeuren van de buren en steek mijn sleutel in het slot. Alles is nog donker in huis. Al snel gaat de bel, er staat iemand beneden aan de deur. Ik loop naar de telefoon, zeg “hallo”, maar hoor niks terug. Ik had eigenlijk ook niemand verwacht, dus het zal wel. Nog steeds in het donker trek ik mijn jas uit en zet mijn tas neer. Plots wordt er keihard gebonkt, ik heb geen idee waar het geluid vandaan komt. Geschrokken doe ik snel het slot op de voordeur en verschuil me achter de tussendeur. Het gebonk gaat door en ik moet gewoon weten waar het vandaan komt. Ik sluip naar de woonkamer, Blitz en Loko (onze katten) schieten angstig weg, weg van het keukenraam. Ik kijk, maar zie niks. Het gebonk gaat door en ik weet even niet meer wat ik moet doen. Zijn het inbrekers? Zijn de buren thuis? Staan er straks enge mannen voor mijn neus? Is er iets anders aan de hand? De onwetendheid maakt me gek, daar moet ik iets aan doen.

Mijn gedachten dwalen kort af naar de nieuwe messenset die Tijl en ik laatst hadden gekocht maar nog niet hebben gebruikt, misschien komt die nu al van pas. Voorbereid op het ergste typ ik 112 in mijn mobiele telefoon, klaar om te bellen als er plots iemand voor mijn neus staat, die hier niet in huis hoort. “Politie!”, hoor ik dan… Ik besluit een mens met kennis te willen zijn en mijn zenuwen even weg te stoppen, voor zover dat natuurlijk mogelijk is.

Als een muisje trippel ik naar de voordeur, doe deze zo zacht mogelijk van het slot en trek de deur zo ver naar me toe, ver genoeg om net mijn hoofd naar buiten te kunnen steken. Aan het begin van de galerij zie ik zes politieagenten staan, de damp komt uit hun neus en mond. Ze draaien hun hoofd om, ik doe een stap naar buiten. “Goed volk, hoor”, roept er één. “We hebben een onwel-melding gekregen, maar uw buurman doet niet open. Hebt u misschien een hamer?”, vraagt de agent die naar me toe loopt. Geschrokken dat er iets met de buurman aan de hand is, loop ik snel de gang in. Geen klusspullen meer te bekennen. We hadden de week ervoor een nieuwe vloer gelegd, maar Tijl had alle klusspullen alweer naar de berging gebracht. Gelukkig voor mij, dacht ik, opgeruimd staat netjes. “Ah, dan heeft vast één van de buren er wel één,” en weg was de agent weer. Een van de bovenburen gaf een hamer en pook aan en de agenten ramden erop los. Makkelijk ging het niet. Gelukkig maar! Dan komen ze ook niet zo snel bij ons binnen.

Na vijf minuten beuken was de deur aan diggelen en betraden de agenten de woning. Het wachten duurde lang in de kou. Na een tijdje arriveerde er ook een ambulance, voor de zekerheid. De agenten hadden de buurman in de woonkamer aangetroffen, al bellend met een vriend. Een raar tafereel…

De meldkamer was gebeld door een vriend van de buurman, met wie hij aan het bellen was. Toen hij plots niets meer hoorde, was hij zich zorgen gaan maken en had 112 gebeld. Die was met vijf man sterk direct gekomen, had aangebeld en gebonkt, en toen er niet open werd gedaan hadden ze de deur ingebeukt. Maar er bleek niets aan de hand te zijn. Gevolg: een verbrijzelde deur…

In de drie jaar tijd dat we nu in Kanaleneiland wonen, is dit de tweede keer dat ik politie aan de deur heb omdat er iets met één van de buren aan de hand is. De vorige keer had familie zich zorgen gemaakt over een andere buurman omdat ze de laatste tijd niks van hem hadden gehoord, en toen was de politie komen vragen of ik een trapje had. Zodat ze bij het rooster boven het keukenraam even konden ruiken… Maar goed, beide keren ging het dus om de gezondheid van mijn medemens en was er niets ernstigs, geen inbraken of ander crimineel gedrag.

Wonen in Kanaleneiland valt best mee 😉

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.