«

»

apr 28 2011

Eisen-overload geeft informatie-deficiëntie

Eentje uit de oude doos: Onderstaande column is geschreven naar aanleiding van twee lezingen, een van professor dr. Arno Siebes en een van dr. Ignace Hooge, in het Academiegebouw van Utrecht op 16 februari en 9 maart 2009, voor de cursus wetenschapsfilosofie van de Universiteit Utrecht.

Informatie dringt alleen maar tot mij door, als onder andere de manier van overbrengen prettig en aantrekkelijk is.

Helaas lukte het meneer Siebes niet, om te voldoen aan deze twee door mij opgestelde criteria. Dat begon eigenlijk al aan het prille begin van zijn lezing over data-mining. “Ik wil jullie gelijk waarschuwen. Ik heb geleerd dat er in een presentatie maar één onderwerp moet zijn. Nee, we gaan het nu over een heleboel onderwerpen hebben. Je moet het ook met weinig slides doen. Zo ben ik ook niet, ik maak er altijd een heleboel”. Mijn ergernis groeide met de seconde. Hij hield zich absoluut niet aan de richtlijnen van presenteren. Hier was geen sprake van minder is meer: zijn slides volgden elkaar in no-time op, het contrast van de tekst met de achtergrond was laag. Het contrast met de lezing van Ignace Hooge was dan wel weer hoog, maar helaas was dit niet in zijn voordeel. Ik volgde er al bijna niks meer van, zijn flauwe nerd grapjes deden mijn ergernis alleen maar exponentieel groeien… Prettig was het niet, aantrekkelijk evenmin.

Ignace Hooge liet ons zien dat het opvallen van informatie afhangt van zichtbaarheid, het contrast met de omgeving en hoe minder is hoe beter. Hij kon ons echter niet vertellen hoe het na het opvallen verder ging. Toch een interessant vraagstuk als je het mij vraagt. Doen wij daadwerkelijk iets met de informatie, die is opgevallen? Ik heb na zijn lezing een klein experiment gedaan: let op de billboards als je terug naar huis gaat. Ik kwam thuis, en kon me er geen één meer herinneren. Terwijl sommige billboards toch best opvielen, bijvoorbeeld die ene foto van een dame met een paar olifanten achter haar van één of andere fotograaf die een keer op een bepaalde plek een expositie hield. Hoe kwam het, dat ik 5 minuten naar dit billboard had gestaard, maar nu nog niet kan vertellen waar het uiteindelijk om ging (datum, plaats)? Met de opvallendheid was niks mis, ik had er immers vijf volledige minuten van mijn leven geschonken om dit prachtige billboard te bewonderen. Maar herinneren, dat lukte me maar moeizaam. Lag het misschien aan de manier van het overbrengen van de informatie?

Als ik op het forum columns van mijn medestudenten aanklik waarvan de titel veelbelovend klinkt, lees ik misschien zo’n 20% van die columns uiteindelijk helemaal. De rest valt af na het lezen van de eerste paar zinnen. Vaak bevatten deze het volgende: “Afgelopen maandag was ik bij een lezing van … over … en hij vertelde ons dat …” Ik was er zelf bij, dat weet ik allemaal al. Je hoeft me geen uiteenzetting te geven van wat er allemaal verteld is. Of het moet op een bijzondere, aantrekkelijke manier gedaan worden. Liever lees ik over hoe de ander erover denkt, als het even kan vanuit een perspectief waar ik zelf nog niet bij stil had gestaan. Dat zou mijn aandacht trekken en maken dat ik de hele column uitlees. Bij het overbrengen van informatie op papier, speelt de vorm en woordkeus een belangrijke rol. Wederom, ik moet me er prettig bij voelen en het moet mijn aandacht trekken en daarna, ook vasthouden.

Bij elkaar, zijn er heel wat eisen die we aan de informatie kunnen stellen, voordat het überhaupt bij ons terecht komt en bijblijft. Niet alleen de informatie zelf, maar ook of het opvalt, of het uiteindelijk bij ons binnenkomt en of je het je het je vervolgens ook nog kan herinneren na verloop van tijd. Aan elk van deze zaken kunnen we weer een hoeveelheid eisen stellen om het doel te bereiken. Uiteindelijk hebben we dan een overload aan eisen, die bepalen of we iets met de informatie doen. Je zou bijna kunnen zeggen dat er weinig overblijft van de aangeboden informatie. Geen informatie overload, maar een informatie deficiëntie die ons uiteindelijk echt weet te bereiken.

“Moeilijker dan dit is het niet. Het bewijs is even simpel.” Ik heb een poging gedaan tot beargumenteren, maar zoals meneer Siebes ook deed, doe ik dit niet in volledigheid. “Ik wil u immers niet beledigen.”

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.