Voorlichting geven aan allochtonen in de eigen taal
Sinds februari 2010 werk ik bij Alzheimer Nederland als medewerker Belangenbehartiging en Zorgvernieuwing. Een hele mond vol, maar eigenlijk komt het er op neer dat mijn hoofdtaak is om voorlichtingsprojecten voor niet-westerse allochtonen te ontwikkelen en implementeren. Dit doen we nu voornamelijk voor Turkse, Marokkaanse en Chinese mensen, maar ook voor Surinamers en Antillianen die de Nederlandse taal vaak beter beheersen. We informeren ze over vergeetachtigheid waar iedereen last van krijgt als je ouder wordt, maar ook over dementie en hoe je deze ziekte kan onderscheiden van vergeetachtigheid. We vertellen ze over dementie en de ziekte van Alzheimer, over gezond leven en waar je terecht kan als je met dementie te maken krijgt, zelf of in je directe omgeving. Ik bezoek regelmatig de bijeenkomsten. Niet om te controleren of onze voorlichters het goed doen – ik kan er immers niets van verstaan – maar wel om de mensen voor wie ik het doe te ontmoeten en een stukje sfeer te proeven.
Zo af en toe kom ik iemand tegen als ik een voorlichtingsbijeenkomst bezoek, die wat je ook zegt, zijn mening nooit en te nimmer zal veranderen. “Voorlichting geven in de eigen taal? Wat een onzin! Die mensen moeten gewoon Nederlands leren!”
Ondanks dat de eigen taal onze voorlichtingsprojecten zo uniek maakt, moet ik ze wel een beetje gelijk geven. Let wel, een beetje…
Ik kan nu heel veel vertellen over de noodzaak om niet-westerse allochtonen voorlichting te geven over dementie.
Zij zijn in de jaren ’60 en ’70 naar Nederland gekomen en worden nu oud. Leeftijd is de belangrijkste risicofactor, daardoor krijgen maar liefst 30.750 allochtonen in 2020 dementie: 11% van het totaal aantal mensen met dementie in Nederland.
- Dementie is een onbekend en onbesproken begrip in deze gemeenschappen. Het wordt gezien als iets wat bij het ouder worden hoort, op den duur wordt iedereen wel gek. Door dit gebrek aan kennis krijgen zij geen tijdige (medicamenteuze) hulp.
- Het is zwaar om voor iemand met dementie te zorgen. Tachtig procent van de Nederlandse mantelzorgers raakt overbelast of heeft hier een groot risico op. Bij allochtone mantelzorgers is dit percentage nog hoger: zij zoeken geen hulp en de familie neemt de zorg op zich, waardoor 99% van de allochtonen met dementie thuis woont. Dit terwijl 30% van de Nederlandse mensen met dementie wordt opgenomen in een verzorg- of verpleeghuis omdat zij de zorg niet meer aankunnen.
Ik kan nog veel meer vertellen, maar dat ga ik niet doen. Meer feiten kunt u hier vinden. Wat ik wel ga doen, is mijn mening met u delen over allochtonen in Nederland die onze taal nooit hebben geleerd. Zoals ik al zei, vind ik dat zij eigenlijk gewoon Nederlands hadden moeten leren in al die jaren dat zij in ons land wonen. Maar er is ook een keerzijde aan dit hele verhaal…
Sinds kort heeft mijn team versterking gekregen van een Turkse collega waar ik heel open mee kan praten over verschillende onderwerpen. Haar ouders zijn een perfecte afspiegeling van de doelgroep waar wij voorlichting aan geven. Zij zijn in de jaren ’70 als arbeidsmigrant naar Nederland gekomen en hebben hier een gezin gesticht. Vader moest aan de slag om geld te verdienen, en daarbij was het noodzakelijk de Nederlandse taal te leren. Maar moeder spreekt tot op de dag van vandaag slechts een paar woordjes Nederlands. Hoe dat komt? Zij mocht vroeger van haar man niet op taalles, omdat er teveel mannen in de groep zaten. Geen kwestie van onwil, maar een ‘ouderwetse’ manier van denken. Ook in Nederland waren er vroeger andere gedachten over de omgang tussen man en vrouw. We hebben zelfs gescheiden onderwijs gehad voor jongens en meisjes. Het heeft even geduurd voordat onze westerse samenleving van gedachten veranderde en vond dat mannen en vrouwen dezelfde rechten en plichten hebben. In Nederland is de ‘Algemene Wet Gelijke Behandeling’ zelfs pas in 1994 ingevoerd. Kan je het dan de eerste generatie allochtonen kwalijk nemen, dat zij diezelfde ouderwetse gedachten over mannen en vrouwen hadden toen ze in de jaren ’60 en ’70 naar Nederland immigreerden?
Geen kwestie van onwil. De werkelijkheid ligt een stuk genuanceerder dan de mening van de mensen die niet verder kijken dan hun neus lang is en niet openstaan voor de andere kant van het verhaal. Laten we toch eens ophouden met dat zwart-wit denken, daar schieten we helemaal niets mee op. Dat is wat ik er van vind, en waarom ik mij zo vol enthousiasme inzet om deze mensen te informeren over dementie in de eigen taal.