Op naar Baños
Na een veel langere rit dan gedacht, kwamen we ’s avonds aan in Baños. Dit kleine toeristische plaatsje op 1800 meter hoogte is omringd door bergen en de actieve vulkaan Tungurahua. Er zijn hier van allerlei outdoor activiteiten te doen. Als het niet regent, tenminste… Dat is het nadeel van het regenseizoen.
Dorpje en waterval Diablo
De volgende dag zijn we pas ’s middags het dorpje gaan verkennen. Het zijn maar een paar blokken met (snoep)winkeltjes, restaurantjes en tour operators. Een kerk en waterval. En er zijn een paar baden met verwarmd water van de vulkaan, ook in de buitenlucht. We besloten na een vers sapje van suikerriet met de bus naar de Cascade del Diablo te gaan. Dat was een goede keuze, want deze waterval was erg indrukwekkend, net als de route om er te komen met de bus en te voet via een pad en hangbrug.
Even een break
De volgende dag regende het weer en was de toilet mijn beste vriend 😉 Ik heb nog geprobeerd om met Tijl op pad te gaan, maar toen we de tijd moesten doden om met de bus ergens heen te gaan brak het zweet me uit en zag ik volgens Tijl zelfs groen, haha. Dus toen is hij alleen gaan schommelen boven de stad en heb ik een dutje gedaan. Gelukkig was ik goed voorbereid en was het dankzij medicatie met een dagje over. ’s Avonds zijn we gezellig uit eten geweest en toen zat onze tijd in Baños er alweer op.
Lange busrit naar Cuenca
We gingen op pad naar Cuenca. We gokten op een bus om 9 uur met overstap in Riobamba, maar toen we op het busstation aankwamen ging er vijf minuten later een directe bus, heel prettig. Gelukkig is het laagseizoen en konden we makkelijk mee. De route van 320 km ging dwars door de Andes. Een mooie maar ook lange, vermoeiende rit van 7 uur. Ons hostel in Cuenca is tot nu toe de minste en het was erg moeilijk om ergens te eten want bijna alles zat op zondagavond dicht. Hoogtepunt van onze eerste ervaring met Cuenca was het (nors kijkende) politiekorps dat op een pleintje muziek maakte.
Veel kerkjes
De volgende dag kwam de stad gelukkig weer meer tot leven. We hebben vogeltjes gekeken in ons hostel (waaronder een kolibrie) en een wandeling gemaakt door de stad en zijn bij de markt geweest voor een lekker vers sapje. Er staan hier vooral veel kerkjes. ’s Avonds weer uit eten. Dat kost ons gemiddeld een tientje per persoon, voor een hoofdgerecht en drankje. De volgende dag wachtte ons weer een lange busrit van Cuenca naar Vilcabamba, in het zuiden van Ecuador.
3 pings