«

»

apr 30 2015

Hadden ze mij maar aangenomen

Op 8 april stuurde ik een sollicitatie op een vacature voor een communicatieadviseur. De naam van de organisatie doet er niet toe, maar dit voorbeeld illustreert wel heel goed hoe sommige organisaties omgaan met een sollicitatieprocedure. En dat dit een voorbeeld is van hoe het niet moet, ben je vast met me eens.

Drie weken na mijn sollicitatie heb ik nog niks gehoord. In de vacature stond geen einddatum, dus heb ik in eerste instantie rustig afgewacht. Maar na drie weken zonder bericht (zelfs geen ontvangstbevestiging) vind ik het tijd om aan de bel te trekken. Na een dubbele check of ik wel het goede e-mailadres heb gebruikt (check, check!) stuur ik een korte en duidelijke e-mail die weinig aan de interpretatie overlaat: “Hebben jullie mijn sollicitatie ontvangen?”. Maar helaas, het blijft wederom stil.

Een paar dagen na mijn e-mail probeer ik het telefonisch. Tot driemaal toe krijg ik een receptioniste aan de lijn. “Mevrouw zit in bespreking, kunt u na enen terugbellen?” Ja, dat kan, dus om kwart over een doe ik weer een poging. “Sorry, ze neemt niet op.”, luidt dit maal het antwoord. Of ik het over een half uur nog eens wil proberen. Ik wil graag weten hoe het met mijn sollicitatie zit dus ik stem uiteraard in. Een half uur later bel ik nog een keer, maar helaas ook nu weer zonder succes. De receptioniste maakt een notitie en ik zal later worden teruggebeld.

Ik had het al bijna niet meer verwacht, maar om half zes rinkelt dan toch mijn telefoon. Of ik een vraag had over mijn sollicitatie? Ja, die heb ik, en ik doe mijn verhaal. “Ik heb op 8 april een sollicitatie gestuurd en op 22 april een e-mail, maar nog niks gehoord. Ik wil graag weten wat de voortgang van de sollicitatieprocedure is.” Tijdens deze twee zinnen word ik regelmatig onderbroken door mijn ietwat verwarde gesprekspartner. Ze blijkt in de tussentijd haar computer op te starten, maar dat wil niet helemaal lukken. “Ik weet niet wat er aan de hand is, hij start maar niet op.” “Ik heb mijn computer toch nodig om te zien hoe het zit, dus ja.” “Ken je dat, dat ze niet doen wat jij wilt?” Ja, dat ken ik wel, reageer ik nog meelevend. Maar als ik achteraf terugkijk op het gesprek, snap ik eigenlijk niet waarom ze haar computer nog op moet starten als ze mij al aan de telefoon heeft.

Na vijf minuten is het haar dan toch gelukt en krijg ik het verlossende antwoord. Ik ben niet geselecteerd voor een eerste kennismakingsgesprek want er waren andere kandidaten met meer internationale werkervaring. “Dat was voor ons een belangrijk criterium bij de selectie”, voegt ze er aan toe. Ervaring, die helemaal niet werd gevraagd in de vacature… Ik lag al een tijdje op de stapel afwijzingen en ze dacht dat ze me daar al over had bericht. Nee dus. En ohja, “Ik heb inderdaad een herinnering gehad. Maar omdat ik je afwijzing zo scherp op mijn netvlies had staan, heb ik daar niks mee gedaan.”

Zucht. Soms vraag ik me af of organisaties wel door hebben hoeveel tijd een potentiële werknemer steekt in zijn of haar sollicitatie. En dat het prettig is om te weten waar je aan toe bent. Als ik verantwoordelijk was geweest voor deze sollicitatieprocedure, dan had dit rare gesprek helemaal niet plaatsgevonden en had de kandidaat tijdig een vriendelijke afwijzing met reden gehad. Maar ja, mij hebben ze niet aangenomen. Misschien maar goed ook, want als een organisatie zo omgaat met sollici…, nee, MENSEN, dan is het nog maar de vraag of ik überhaupt bij deze organisatie had gepast.

3 pings

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.